Een groot kunstenaar, wat is dat voor iemand? Wat bezielt mensen die alles opzij zetten voor de wens om te scheppen? Op die vraag probeert Pierre Michon antwoord te geven in de vier kunstenaarslevens die hier in één band bijeengebracht zijn. Het drieluik Meesters en knechten is gewijd aan de schilders Jean Antoine Watteau, Lorentino d'Angelo en Francisco de Goya. De afzonderlijk verschenen novelle Het leven van Joseph Roulin gaat over de vriendschap van de Franse postbeambte Roulin met Vincent van Gogh.
In alle novellen laat Michon het verhaal van zijn beroemde hoofdpersonen vertellen door onbekende tijdgenoten, die onbevangen, niet gehinderd door kennis of theorieën, de drijfveren van deze schilders en het raadsel van hun kunst proberen te doorgronden. Deze omtrekkende beweging blijkt dank zij Michons vertelkunst en de zintuiglijke zeggingskracht van zijn stijl buitengewoon effectief.
Michon laat ons delen in de verwondering van zijn personages over de onvoorwaardelijke bezetenheid waarmee deze schilders zwoegen, lijden en ten onder gaan. Hij laat ons ook met nieuwe ogen kijken naar hun beroemd geworden schilderijen die zozeer deel uitmaken van ons geestelijk huisraad dat wij er nauwelijks acht meer op slaan: ze worden stuk voor stuk beeldend en met veel aandacht voor details beschreven.