30 juni 1979
Keijer verwachtte vroeg of laat internationale publiciteit over dit reuzenproject in Afrika, maar wilde zelf al het mogelijk doen om buiten schot te blijven, ook al was hij er nauw bij betrokken. „Ik laat je dit zien, zodat je kunt zien waar ik mee bezig ben. Houd je rustig. Alles komt goed,” waarmee hij impliceerde me te zullen helpen mijn financiën op te krikken. Hij vroeg opnieuw vooral Inge Keijer niet te benaderen, omdat de BVD direct zou concluderen dat „Keijer finances Oltmans at the request of Moscow.” Hij waarschuwde, dat het een gevaarlijke zaak was met interviews maken door te gaan in Moskou, of kritisch te schrijven over het koningshuis: „tenzij je schatrijk zou zijn, en dat ben je dus niet.” Ik zie het verband niet.
Mejuffrouw Büringh Boekhoudt belde, dat zij met veel belangstelling mijn gesprek met professor Sobolev had gelezen, „maar gek, die foto met dat fijn geknepen mondje er bij.” Ze vond mijn vragen ook goed. Ik zei verheugd te zijn met haar telefonische compliment.
Dewi Sukarno belde uit Parijs waar de informatie over de broeikassen bleef. Ze had geen tijd te verliezen. Er kwam een gesprek uit Djakarta binnen. Zij hing op zonder verdere plichtplegingen. Soms wilde ik dat ik niets met deze mensen te maken had.