Vanmiddag waren de opnames van 'Hier is ... Adriaan van Dis'. (...) We begonnen dus met mijnheer Oltmans en mijnheer Van Dis, wat meteen al veel verpeste. (...) Maar geleidelijk aan werd hij steeds vervelender. Journalisten namen mij niet serieus, beweerde hij. Daarna geloofde hij niets van mijn rol op het Witte Huis met Walt Rostow in de Nieuw-Guinea-affaire. Hij vroeg zelfs: "Waarom loop je altijd achter dictators aan?" Ik vroeg: "Wie bedoel je nu, Sukarno of Bouterse? Het zijn bovendien geen dictators, was Bouterse het maar. Je hebt hun achterste ook nooit gezien." Toen hij zich ook nog liet ontvallen dat regeringen mijn boeken betaalden, toen werd ik werkelijk razend. "Ja, maar je had toch een overeenkomst met de sovjets voor je Arbatov-boek?" Ik antwoordde: "Velen schelden op Sonja Barend, maar die interviewt tenminste niet vals. Jij bent smerig bezig." De hemel mag weten wat ik verder allemaal heb gezegd.