Op een dag krijgt mevrouw Mopper een bijzondere buurman. Hij heet meneer Geluk. ’s Morgens groet hij de zon, ’s avonds zegt hij de maan en de sterren gedag. Hij maakt het gezellig in zijn huis, en strooit zijn tuin vol zaadjes. Al snel steken de wonderlijkste planten hun kopje boven de schutting uit. Mevrouw Mopper vindt het maar niks. Maar meneer Geluk trekt zich daar niets van aan – hij verzint stiekem een plan om mevrouw Mopper gelukkig te maken.