William Bradshaw ontmoet in de trein naar Berlijn meneer Arthur Norris. Vanaf dat ogenblik raakt hij verwikkeld in een reeks ongewone gebeurtenissen, waarin steeds meneer Norrris de hand schijnt te hebben. Hij komt in contact met de Berlijnse politie, opgejaagde communisten (de heksenjacht van de bruinhemden staat op het punt van beginnen), chanteurs en hun slachtoffers. Overal duikt Arthur Norris op, als organisator of als doelwit van handelingen, die aanvankelijk onverklaarbaar zijn voor Bradshaw. Op hoogst amusante en intelligente wijze ontwikkelt Isherwood het verhaal. Het Duitsland van 1933, Norris, de weke schurk, en zijn merkwaardige kennissenkring, krijgen in levendige details gestalte. De spanning van ‘wat gebeurt er allemaal?’ word tpas op het laatst opgelost. Dan neemt meneer Norris weer een trein met onbekende bestemming om zijn achtervolgers te ontvluchten