Bewust of onbewust, bij de dood van een geliefde vinden mensen vaak vertroosting in de dingen waar ze goed in zijn. Een klimmer in een bergrit, een filosoof in een gedachte, een gelovige in het hiernamaals, een musicus in Bach. Laurens De Keyzer vindt vooral troost in de woorden die hij schrijft. In interviews hielp hij vaak anderen afscheid nemen, in zijn literaire werk helpt hij zichzelf om afscheid te nemen - van een vader, van een vriend, van bekenden en onbekenden. De troost zit voor hem dan geborgen in de gastvrijheid van de woorden, in de stilte tussen de regels en in de schoonheid en de melancholie van de herinnering aan mensen die voorbijgaan. In dit boek herenigt en commentarieert hij een aantal van zijn gesprekken en columns, met en over mensen die hem dierbaar waren. Het resultaat leest niet alleen als een groet van de doden, maar ook als een glimp van troost voor de overblijvers. En overblijvers, dat zijn we nog even allemaal.