De stuurloze hoofdpersoon van 'Mensen zonder uitstraling' leeft in de schaduw van haar moeder, een ontevreden actrice. Haar vader is hoofd van een psychiatrische inrichting. Psychopaten en depressieven raadt hij aan hun bezigheden in afgepaste tijdsblokken in te delen, zodat ze meer controle krijgen over hun bestaan. Zijn eigen dochter geeft hij hetzelfde advies, zodat haar leven weer ‘behapbaar’ wordt. Dat woord gebruikt hij graag. Dan overlijdt plotseling haar moeder en blijven vader en dochter met zijn tweeën over. Elke avond speelt vader patience op zijn computer en eet hij staande aan het aanrecht een pak magnetronpannekoeken. Zij houdt zich op met pyromanen, pedofielen, garagehouders, schrijvers en masseurs en probeert krampachtig iets van haar leven te maken. In droogkomische stijl schetst Posthuma een caleidoscopisch portret van een gemankeerde familie – normale mensen in een absurd universum, of andersom.