Op de vlucht voor oorlogsgeweld, onderdrukking of armoede steken duizenden vluchtelingen uit Syrië, Irak en Afrika de Middellandse zee over. Hun wanhoop vormt de stuwende kracht achter een criminele industrie die begin deze eeuw ontstond en anno 2016 schrikbarende vormen heeft aangenomen.
Mensenhandel. Het begon na 9/11, toen mensenhandelaren en terroristen ontdekten dat met het kidnappen van westerlingen grof geld viel te verdienen - meer zelfs nog dan met de handel in drugs. Zo werden Europese, Amerikaanse, Aziatische en Australische ontwikkelingswerkers, militairen, artsen, journalisten en diplomaten loslopend wild, waarmee miljoenen aan losgeld verdiend kon worden. De op drift geraakte mensenhordes die sinds de mislukte Arabische Lente op gang kwamen, boden de industrie alleen nog maar meer business opportunities. Naar schatting wordt tegenwoordig maandelijks rond de honderd miljoen dollar omgezet met de handel in mensen.
In haar alarmerende nieuwe boek schetst Loretta Napoleoni, als journalist gespecialiseerd in de financiering van het terrorisme, de contouren van deze verderfelijke industrie. Om een beeld te krijgen van de impact van de mensenhandel reisde zij de hele wereld over en sprak met veiligheidsexperts, onderhandelaars, oorlogsjournalisten en ex-gijzelaars, onder wie de Nederlandse onderzoeksjournaliste Joanie de Rijke, die in Afghanistan werd ontvoerd door de Taliban. 'De moslimwereld staat in brand,' schrijft Napoleoni, 'waarbij mensenhandelaren als winnaars uit de bus komen. En het eind is nog lang niet in zicht'.