Amsterdam, 1925. Joseph Sylvester, bijgenaamd Menthol, komt na een jarenlange zwerftocht aan in de hoofdstad van Nederland. Gevlucht voor de uitzichtloze situatie in zijn geboorteland Saint Lucia en voor de rassenhaat en het geweld van de Ku Klux Klan in Amerika. Een vlucht naar de vrijheid.
Hij verdient zijn brood op markten met zijn Babajaba tandpasta, dat hij aanprijst als ‘het natuur geheim van het zwarte ras’. Daarmee trekt hij het hele land door. Complete steden en dorpen lopen uit. Menthol leert Nederland tandenpoetsen.
Roosje Borchert is een vrijgevochten dame van stand en staat als mannequin bekend als het mooiste meisje van de stad. Als zij Joseph tegenkomt is het liefde op het eerste gezicht. Hij zwart, zij blank. Een schier onmogelijke combinatie in de jaren twintig van de vorige eeuw. Maar het paar trotseert alles en iedereen en trouwt. Zij gaan wonen in een provinciestad waar nog nooit eerder iemand een zwarte man heeft gezien.
Twaalf jaar later breekt de oorlog uit. Opnieuw dreigt Joseph’s vrijheid te worden aangetast. Het echtpaar besluit te scheiden, uit pure liefde voor elkaar. En dat is maar goed ook….