Wanneer is de liefde op? Is de houdbaarheidsdatum van een relatie gelijk aan die van je lichaam? In Met terugwerkende kracht komen deze vragen aan bod, evenals de (on)mogelijkheid ze te beantwoorden. In nu eens lyrische, dan weer helder ironische poëzie maakt de lezer kennis met een man die in zichzelf praat en een vrouw die voor al over zichzelf praat. Voortdurend stellen zij zich de vraag hoe ze zich als (ex-)geliefden tot elkaar en tot hun kinderen moeten verhouden, in een moderne wereld die zowel aan hen twijfelt als iets van hen verwacht. Langzaam ontspint zich een melodramatische geschiedenis, die nog lang zal nagalmen.