Veertig jaar na de vakanties aan zee in Oostende, beschreven in zijn in 1988 gepubliceerde boek "Aan zee", verblijft Eric de Kuyper opnieuw in Oostende, nu in een flatje met zicht op zee.
Als in een dagboek beschrijft hij de getijdenwisseling van eb en vloed, de vele gedaanten van de zee, de wisseling van de seizoenen en de veranderingen van het weer. Tegelijk vraagt hij zich voortdurend af wat al die wandelaars en badgasten zo schijnt te fascineren. Wat is toch dat vreemde verlangen van de Belgen naar de kust?
Hij loopt zelf tussen de mensen op de zeedijk en in de stad van de vroegere vakanties aan zee, wandelingen die bespiegelingen uitlokken over toen en nu..