Linköping, Zuid-Zweden. Het is februari, 35 graden onder nul en de stad ligt onder een dikke laag sneeuw. Commissaris Malin Fors en haar collega Zeke Martinsson krijgen een melding van een moord. Op een verlaten akker hangt aan een eik het honderdvijftig kilo zware, naakte lijk van een gruwelijk verminkte man. De man wordt geïdentificeerd als Bengt Andersson, een eenzame zonderling die van een bijstandsuitkering leefde.
Alles wijst op een heidens ritueel: het midwinteroffer. De Vikingen offerden aan de goden doormensen of dieren in een boom te hangen om boete te doen en hun eigen bloed rein te maken. Maar wie had kwaad bloed? En waarom moest juist Bengt Andersson worden geofferd? Het onderzoek leidt Fors en Martinsson naar de familie van Bengt, een familie waarin ieder zijn rol speelt ? kost wat kost.