Per jaar krijgen in Nederland 41.000 mensen voor het eerst een beroerte, vaak met blijvende lichamelijke en geestelijke gevolgen. In dit boek neemt Christine Kliphuis de lezer mee in wat er gebeurt na een beroerte en maakt de ingrijpende gevolgen zichtbaar en voelbaar.
Als haar moeder door een beroerte wordt getroffen, verandert ze plotseling van een zelfstandige, vitale en actieve vrouw in een hulpbehoevende pati?nt die niets meer zelf kan. Als dochter en mantelzorger komt de schrijfster terecht in een maalstroom van onontkoombare gebeurtenissen, waaronder de opname van haar gehandicapte moeder in een verpleeghuis. Haar moeder is halfzijdig verlamd, heeft afasie en kan nooit meer terug naar huis.
De schrijfster probeert een balans te vinden tussen de zorg voor haar zieke moeder, haar eigen emoties en verdriet, haar gezin, de familie en haar werk.
Christine Kliphuis (1957) publiceerde al 19 kinderboeken, waaronder een medische serie voor kinderen. Ze werkt als communicatieadviseur en klachtenbemiddelaar in de gezondheidszorg. Het autobiografische Mijn hoofd is hol is haar eerste boek voor volwassenen.
www.christinekliphuis.nl