Na een serieuze sollicitatieprocedure wordt ze aangenomen. Het lijkt wel een droom. Die droom verandert in een nachtmerrie op het moment dat Sarah op Schiphol aankomt. De mensen die haar ophalen duwen haar in een auto, nemen onder bedreiging haar paspoort af en rijden regelrecht naar de Amsterdamse Wallen.
Daar wordt ze zonder pardon achter het raam gezet. Haar ontvoerders laten er geen misverstand over bestaan: als ze probeert te ontsnappen, zal dat haar dood worden. Anderhalf jaar lang ondergaat Sarah de meest vreselijke vernederingen, tot ze uiteindelijk dankzij puur geluk een onbewaakt ogenblik vindt om te ontsnappen.