Dit is het levensverhaal van Marjan Hendrikse dat in het teken staat van ernstige ziektes van haarzelf en de mensen dicht om haar heen. Al op 7-jarige leeftijd verliest zij haar vader aan kanker. Als kind wordt Marjan veel gepest, met als gevolg een gebrek aan zelfvertrouwen, faalangst en depressie. Na door haar eerste liefde te zijn bedrogen en door haar ex-man te zijn mishandeld, ontmoet ze haar huidige man: een verademing. Samen hebben zij twee lieve kinderen. Helaas wordt haar man getroffen door een bloeding in zijn hoofd.
Moedig blijft Marjan de kar trekken, tot zij in 2005 zelf instort. Eenmaal weer op de been, krijgt haar zoontje plotseling aanvallen van epilepsie. In dit boek laat Marjan Hendrikse zien hoe relativeringsvermogen, zelfspot en humor haar overal steeds doorheen helpen.
Moedig blijft Marjan de kar trekken, tot zij in 2005 zelf instort. Eenmaal weer op de been, krijgt haar zoontje plotseling aanvallen van epilepsie. In dit boek laat Marjan Hendrikse zien hoe relativeringsvermogen, zelfspot en humor haar overal steeds doorheen helpen.