Raymond Queneau was een verwoed verzamelaar. Hamsterend probeerde hij zijn hele leven bij zich te houden. Wat hij las (opzienbarend veel) of beleefde (weinig opzienbarends) verwerkte hij vaak in zijn boeken. Het wekt nauwelijks verbazing dat een dergelijke rasverzamelaar het later tot directeur van een encyclopedie zou brengen. Wat niet direct zijn weg vond naar essay, roman of gedicht werd opgeslagen in zijn dagboeken. Die vormden als het ware het achterhoofd van de schrijver, een opslagplaats met zeer uiteenlopende voorraden.
In dit deel van Privé-domein, vertaald en gecomponeerd door Jan Pieter van der Sterre, werd het interessantste uit Queneaus journaux bijeengebracht en gelardeerd met autobiografische fragmenten uit ander werk. Mijn moeder zong biedt een genuanceerde kijk op Queneaus humeuren en temperamenten. In 1914 begint hij, elf jaar oud, als veel lezend jongetje dat al enkele romans in een bureaulade heeft liggen, aan zijn dagboek. Met zijn kleinburgerlijke ouders, die in Le Havre een garen-en-bandwinkel drijven, heeft hij weinig gemeen. Maar Queneau zal in zijn leven meer problematische verhoudingen kennen: met God altijd, met zijn vrouw vooral vlak na de Tweede Wereldoorlog, met de medemens in de oorlog en met André Breton in de jaren dertig.
Terloops schetst dit boek een uniek beeld van het eerste driekwart van deze eeuw, met nadruk op de Franse strijd in Noord-Afrika, de wereld van surrealisme, communisme en psychoanalyse, de Duitse bezetting en het Parijse kunstwereldje. Mijn moeder zong is een boek van Queneau dat er nog niet was.
Raymond Queneau (1903-1976) is een van de beroemdste, origineelste en veelzijdigste Franse schrijvers van deze eeuw. Tot zijn bekendste werken horen Exercises de style (Stijloefeningen) en Zazie dans Ie métro.
In dit deel van Privé-domein, vertaald en gecomponeerd door Jan Pieter van der Sterre, werd het interessantste uit Queneaus journaux bijeengebracht en gelardeerd met autobiografische fragmenten uit ander werk. Mijn moeder zong biedt een genuanceerde kijk op Queneaus humeuren en temperamenten. In 1914 begint hij, elf jaar oud, als veel lezend jongetje dat al enkele romans in een bureaulade heeft liggen, aan zijn dagboek. Met zijn kleinburgerlijke ouders, die in Le Havre een garen-en-bandwinkel drijven, heeft hij weinig gemeen. Maar Queneau zal in zijn leven meer problematische verhoudingen kennen: met God altijd, met zijn vrouw vooral vlak na de Tweede Wereldoorlog, met de medemens in de oorlog en met André Breton in de jaren dertig.
Terloops schetst dit boek een uniek beeld van het eerste driekwart van deze eeuw, met nadruk op de Franse strijd in Noord-Afrika, de wereld van surrealisme, communisme en psychoanalyse, de Duitse bezetting en het Parijse kunstwereldje. Mijn moeder zong is een boek van Queneau dat er nog niet was.
Raymond Queneau (1903-1976) is een van de beroemdste, origineelste en veelzijdigste Franse schrijvers van deze eeuw. Tot zijn bekendste werken horen Exercises de style (Stijloefeningen) en Zazie dans Ie métro.