Mijn Opa is een boom. Hij is groot en sterk. Als een eik van honderd jaar. Je duwt hem niet zomaar omver. Ik heb het geprobeerd. Mijn Opa moest lachen en tilde me van de grond alsof ik een veertje was. Ik gilde: 'Wiiiiiiii!', en: 'Wat voor vogel ben ik, Opa?' 'Mijn kleine, gekke mus', zei hij.