Een jaar na zijn zeventigste verjaardag begon Johan Huizinga aan zijn herinneringen over zijn ontwikkeling als historicus. Het bescheiden, lucide boekje verscheen postuum in 1947, vol bijzondere details en rake observaties. Voor een gereserveerde persoonlijkheid als de zijne toonde Huizinga zich openhartig over zijn melancholische stemmingen, zijn vatbaarheid voor alles wat historisch was en dus over zijn moeizame zoektocht naar een wetenschappelijke functie die hem bevredigde. Hij besloot met de wordingsgeschiedenis van twee van zijn belangrijkste historische werken: Herfsttij en Erasmus.
Voor het eerst sinds bijna 70 jaar verschijnen deze herinneringen weer als zelfstandige uitgave. Nu met tal van originele, verrassende afbeeldingen en helder toegelicht. Aan Huizinga’s herinneringen ging in 1936 een voordracht vooraf: ‘Over historische belangstelling’. Deze hem zo kenmerkende tekst verschijnt hier voor het eerst. Als absolute primeur biedt deze uitgave bovendien de elf gebeden die Huizinga schreef in oktober en november 1944. Komend uit een doopsgezinde traditie en in tweede huwelijk getrouwd met een veel jongere, katholieke echtgenote, getuigt Huizinga van hun beider vaste Godsvertrouwen. Samen met hun kleine dochtertje bidden zij om moed in de allerdonkerste oorlogsdagen.