In Mijn wilde tuin beschrijft Meir Shalev hoe hij verhuist naar de Vlakte van Jizreel in het noorden van Israël, waar hij een haveloos stuk grond aantreft. Hij legt een nieuwe tuin aan, met wilde bloemen, struiken en bomen, die hij liefdevol onderhoudt. Net als het schrijverschap vraagt tuinieren geduld: soms duurt het even voordat het schoonheid oplevert. Elke plant, elk dier dat Shalev ziet, brengt hem op gedachten en inzichten over het leven, de literatuur en koken.