In de hoop haar levenslange liefdesverdriet te kunnen genezen en aan eeuwig weerkerende herinneringen te kunnen ontsnappen, besluit Odette Saudemont, goed in de zestig, uit te wijken naar Zuid-Frankrijk. Daar vindt zij bij een antiquariaat in de buurt van Béziers tot haar verbazing een Nederlandstalige uitgave van Toergenjevs Eerste liefde. De ongelukkige Odette herkent het boek ogenblikkelijk. Ze schonk het lang geleden aan haar eerste, enige en zeer gevaarlijke liefde Winnie, haar ‘zoete kaper van klinkende munt en van onnozel rinkelende meiskensharten’. Tegen beter weten in begint Odette een zoektocht naar haar kweller, een odyssee langs ontelbare stadjes en gehuchten in de Languedoc.