Vanaf zijn radiodebuut in 1934 tot en met zijn plotselinge overlijden in 1974 heeft Wim Sonneveld een breed nationaal en internationaal liedrepertoire opgebouwd. De Nederlandstalige liedjes die hij bracht werden in hoofdzaak geschreven door Hella S. Haasse, Huub Janssen, Michel van der Plan, Annie M.G. Schmidt, Jacques van Tol, Guus Vleugel en Friso Wiegersma. Sonneveld zelf nam echter ook de pen ter hand, niet in de laatste plaats om de voor hem geschreven nummers aan te scherpen en nog geschikter te maken voor uitvoering.
In Moeder, ik wil bij de revue is het belangrijkste en meest tijdloze repertoire dat Wim Sonneveld in veertig jaar tijd heeft gezongen gebundeld.
De liedjes zoals, 'Het hondje van Dirkie',' Water bij de wijn', 'Nikkelen Nelis', 'Tearoom tango', 'Margootje', 'Frater Venantius', 'Josefien', 'Het dorp', 'Lieveling' en 'Moeder, ik wil bij de revue ?' zijn tevens voorzien van opzienbarende toelichtingen.
Op deze manier wordt bijvoorbeeld inzichtelijk gemaakt hoeveel schaafwerk voorafging aan een uiteindelijke tekst en welke liedjes Sonneveld op zijn eigen naam zette, terwijl een andere auteur voor de inhoud tekende.
In de zomer van 2005 werd door een gelukkig toeval een verloren gewaande opname van Sonneveld teruggevonden. Het betrof 'Pierrot aan de lantaarn', het gedicht van Martinus Nijhoff dat Wim Sonneveld en Guus Verstraete sr. uitvoerden op de openingsavond van de Boekenweek in 1951. Deze bijzondere literaire vondst is op cd gezet, zodat Wim Sonneveld ook fysiek in deze uitgave aanwezig is.