Als de kleermakerij van de vader van twee meisjes failliet gaat, verhuist het gezin naar een andere buurt. Volgens hun moeder wonen ze hier ver beneden hun stand en daarom mogen de zusjes met niemand omgaan. De relatie tussen de ouders – die toch al niet goed was – wordt steeds slechter, totdat de ruzies en het gebrek aan contact tenslotte bijna te veel worden voor de zusjes.
In Moederkruid registreert Carry Slee, zonder een oordeel te vellen, door de ogen van een kind wat er gebeurt als angst te groot wordt om te dragen.