"Je bent een mooi kindje, echt een kind van je vader."
Al haar aandacht en liefde richt Charlotte op haar mooie dochtertje. Lenya is het enige wat ze nog bezit na de dood van haar vriend Leonard, die door zijn maten 'Rif' werd genoemd. Ze schrijft voor haar kindje op hoe ze achter slot en grendel terecht is gekomen.
Charlotte is uiterlijk geen aantrekkelijke vrouw, maar toch valt Leonard voor haar. In ruil voor zijn liefde heeft Charlotte, die door Rif 'Charlie' werd genoemd, zich laten inzetten bij zijn duistere zaakjes. Ze had immers niets te verliezen, alleen de relatie met hem. Dat ze daar uiteindelijk zelf de hand in had, maakt haar relaas des te schrijnender. Gaandeweg haar verhaal wordt duidelijk welke rekeningen uit het verleden Charlotte te vereffenen had.
In de vrouwengevangenis leeft ze samen met haar kindje rustig en betrekkelijk gelukkig. Maar zij kan het verleden niet loslaten en het verleden achtervolgt haar weer. Dat ze in de gevangenis veilig is, blijkt dan ook een illusie.