Terwijl een cyperse kat op een heet zinken plat krolse kreten slaakt, zit op een miezerig zolderkamertje van een Hollands meisje aan het bed van een gestorven Nepalees, een door verslaving bibberende Fransman naast een Engelse tiener, die gebeden prevelt uit het Tibetaanse Dodenboek.
Een dwaze zin? Misschien, fraai is hij niet. Dit is echter een aantekening uit mijn notitieboekje, slordig neergepend toen ik de opdracht kreeg de doodsoorzaak van een jonge Nepalees te onderzoeken. En ik stel uitdrukkelijk dat ik de situatie naar waarheid heb opgetekend. Onwaarschijnlijk? Nee... dat is de Warmoesstraat, vreemd, absurd, dwaas, hartstochtelijk, bruisend, kosmopolitisch- een politie district als geen ander.