Van Dijk selecteerde voor deze bundel zijn allerbeste moordverhalen. Het gaat hierbij niet over de zware georganiseerde misdaad, maar om geruchtmakende, dramatische en dubieuze affaires waarbij ‘gewone’ Nederlanders plotseling het nieuws haalden.
Zo wordt op een winterse zondagmorgen hun drankzuchtige vader door een moeder en twee zoons gewurgd. Het lijk verstoppen ze onder de keukenvloer. Als de dooi intreedt storten ze, om de stank te weren, de kruipruimte vol beton. Maandenlang koken, eten en leven moeder en zes kinderen boven het graf van vader. Tot een schoondochter huilend bekent.
Van Dijk vertelt ook het verhaal over boer Gerrit die een dure tango danste; de geschiedenis van een politieman die wraak nam op zijn vriend; de slager die dood moest. Het zijn verhalen die lezen als een trein en vele journalisten tot voorbeeld dienden. Misdaadjournalist Mick van Wely schreef een pakkend voorwoord.
‘De reportages van Van Dijk stijgen ver uit boven het gemiddelde misdaadverslag in de krant. Hij wil het kleinste detail naar boven krijgen.’ – Esquire
‘Ton heeft een klinkende reputatie als schrijver van jaloersmakende reportages en onthullende
scoops. En hij schrijft zo scherp als een ontleedmes.’ – Peter R. de Vries
‘Het zijn echt geweldige verhalen waar ik een diepe bewondering voor heb. Ton was mijn absolute leermeester.’ – Mick van Wely
Journalist Ton van Dijk schreef o.a. voor HP/De Tijd en was hoofdredacteur van Nieuwe Revu en Panorama. Hij doceerde aan de doctoraalopleiding journalistiek van de RUG en aan de School voor Journalistiek in Utrecht.