Gerbrand Adriaenszoon Bredero (1585-1618) schreef twee avondvullende blijspelen, die nog regelmatig worden opgevoerd: Moortje (we zouden nu zeggen: zwarte vrouw) en Spaanschen Brabander. Op één punt zijn ze erg verschillend: het Moortje kent veel verwikkelingen, compleet met rivaal op 't liefdespad, vrouwenhandel, travestie, in het donker niet te herkennen minnaar, onverwacht huwelijk, terwijl de Spaanschen Brabander voornamelijk behelst dat iemands kredietwaardigheid schromelijk wordt overschat. Maar voor de rest hebben de stukken veel gemeen: sappige dialogen in allerlei tongval, kopieerlust des dagelijksen levens, krachtige karaktertekening, vaart, en een niet altijd even fijnzinnige, maar in ieder geval aanstekelijke humor. Wie ze leest (of ziet) komt zintuigen tekort - en dan hebben we het nog niet eens over de goudmijn die de stukken vormen voor onze kennis van het hoogtepunt in de historie van een hoofdstad.
E.K. Grootes is emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is een van de belangrijkste specialisten op het gebied van de zeventiende-eeuwse Nederlandse letterkunde in het algemeen en van Bredero's werk in het bijzonder.