Mosje Schuster is een Pool. Hij ergert zich aan die joden die Jiddisch spreken en in 'rare zwarte jurken' over straat lopen. Hij lacht de zionisten uit die zo dolgraag die gloeiende woestijn waar niets groeit willen gaan ontginnen. Mosje Schuster is een Póól die naar een Póólse school gaat. Maar als zijn ouders sterven moet Mosje toch naar 'Het Instituut': het joodse weeshuis dat de beroemde dokter Korczak in 1911 in Warschau heeft gesticht. Die Janusz Korczak woont er zelf trouwens ook.
Gepokt en gemazeld door het leven heeft Mosje de zwartste voorstellingen van dit instituut. 'De riem gebruiken ze voor de echte straf, en oorvijgen gewoon voor tussendoor.' Het is de zomer van '39: de Duisters maken zich op om Polen binnen te vallen. Het is ook het begin van een ongewone geschiedenis: die van Mosje en Reizele.
"Karlijn Stoffels' Mosje en Reizele is een even ontroerend als sterk geschreven debuut." - Lieke van Duin in Trouw
"Mosje en Reizele is dankzij de jongensachtige, zich altijd groot houdende Mosje, met zijn opstandig laconieke toon, allesbehalve een sentimenteel boek. Toch is het eigenlijk daarom juist een emotioneel en pijnlijk boek." - Marjoleine de Vos in NRC Handelsblad
"Tot aan het einde toe houdt Mosje Schuster zijn afstandelijkheid, zijn gortdroge commentaren, zijn humeurige gezichtspunt vol. Naast al die emotie, poëzie en spanning doet dat het boek buitengewoon veel goed. En overigens heeft het ook een happy end, dat van alle gruwel en treurnis niets wegneemt, maar dat de lezer wel een paar troostende tranen gunt." - Konrad Heikamp in Die Zeit
Gepokt en gemazeld door het leven heeft Mosje de zwartste voorstellingen van dit instituut. 'De riem gebruiken ze voor de echte straf, en oorvijgen gewoon voor tussendoor.' Het is de zomer van '39: de Duisters maken zich op om Polen binnen te vallen. Het is ook het begin van een ongewone geschiedenis: die van Mosje en Reizele.
"Karlijn Stoffels' Mosje en Reizele is een even ontroerend als sterk geschreven debuut." - Lieke van Duin in Trouw
"Mosje en Reizele is dankzij de jongensachtige, zich altijd groot houdende Mosje, met zijn opstandig laconieke toon, allesbehalve een sentimenteel boek. Toch is het eigenlijk daarom juist een emotioneel en pijnlijk boek." - Marjoleine de Vos in NRC Handelsblad
"Tot aan het einde toe houdt Mosje Schuster zijn afstandelijkheid, zijn gortdroge commentaren, zijn humeurige gezichtspunt vol. Naast al die emotie, poëzie en spanning doet dat het boek buitengewoon veel goed. En overigens heeft het ook een happy end, dat van alle gruwel en treurnis niets wegneemt, maar dat de lezer wel een paar troostende tranen gunt." - Konrad Heikamp in Die Zeit