Vier vrienden verliezen hun baan. Om de kost te kunnen blijven verdienen besluiten ze om een suikerrietplantage te beginnen. Wanneer ze een stukje woud platbranden om grond vrij te maken loopt het echter mis. Het komt tot een confrontatie met de indianen in het gebied. En alsof dat nog niet genoeg is, worden ze ook nog eens gedwarsboomd door een malafide rumhandelaar, waarmee ze een troebel verleden blijken te delen. De man ontspoort volledig en pleegt zware misdrijven. De vrienden proberen hem te stoppen en schakelen daarbij de hulp in van twee oudere doch pientere mannen. Beetje bij beetje komt echter aan het licht dat bijna niemand van hen een zuiver geweten heeft.