In deze nieuwe bundel gedichten van Wim Hofman komen herinneringen aan zijn jeugd in Zeeland voorbij, worden toekomstvisies geschetst en landschappen opgeroepen. De zee speelt uiteraard een grote rol en levert veel op, zoals spullen op het strand na een storm.
Net als in de eerdere bundel Wat we hadden en wat niet springt Wim Hofman op zijn eigen wijze met de taal om. Grimmige beelden giet hij in een speelse vorm, heftige gebeurtenissen komen tot rust in de spiegelende woordenzee. En of we nu in een associatief woordenspel belanden of in een wonderlijk verhaal, steeds is er sprake van een verrassend zicht op de wereld.
Wim Hofman, die behalve (kinderboek)-schrijver ook Prévert-vertaler, illustrator en beeldend kunstenaar is, verzorgde de omslagillustratie zelf.
Net als in de eerdere bundel Wat we hadden en wat niet springt Wim Hofman op zijn eigen wijze met de taal om. Grimmige beelden giet hij in een speelse vorm, heftige gebeurtenissen komen tot rust in de spiegelende woordenzee. En of we nu in een associatief woordenspel belanden of in een wonderlijk verhaal, steeds is er sprake van een verrassend zicht op de wereld.
Wim Hofman, die behalve (kinderboek)-schrijver ook Prévert-vertaler, illustrator en beeldend kunstenaar is, verzorgde de omslagillustratie zelf.