Adrian Rutledge' moeder was altijd al wat vreemd, en op een dag - hij was tien - verdween ze uit zijn leven. Jaren later staat er opeens iemand voor zijn neus die zich voorstelt als Lucy Peterson en hem vertelt over een vrouw die zij onder haar hoede heeft genomen. Een bijzondere, beetje vreemde dame, die door een ongeval in coma ligt: zijn moeder. Al Adrians zorgvuldig weggestopte gevoelens komen boven - door de confrontatie met zijn moeder, maar ook door de verwarrend oprechte Lucy. Laat hij zich leiden door zijn angst en kiest hij voor de eenzaamheid die hem vertrouwd is, of durft hij te geloven dat onvoorwaardelijke liefde ook voor hem kan bestaan?