Het bizarre en spannende verhaal over de landing op Bouvetøya beschouw ik als het hoogtepunt van dit reisverslag. Stelt u zich eens voor: een schip vol eilandgekken, vogelaars en fanatieke globetrotters zet koers naar een beijzelde vulkaan diep in zuidelijke wateren die bekendstaat als het meest afgelegen, onbewoonde eiland ter wereld. De koorts aan boord loopt hoog op als deze trofee, dit hebbedingetje voor verwende toeristen, in zicht komt.
Achteraf bezien vormt de reis door Patagonië het voorspel en de verdere zeereis naar Tristan da Cunha en Sint Helena het naspel van het spektakel rond Bouvet. Wat ik tijdens mijn tocht door Patagonië ook ondernam, ik bleef steeds ergerlijk dicht in de buurt van Bruce Chatwins In Patagonië, het al haast klassieke reisboek over de staart van Zuid-Amerika. Pas toen ik op Vuurland het zeegat uit voer, kon ik Chatwin op de kade achterlaten. Ook al is de tijd van de ontdekkingsreizen allang voorbij, en zijn we in deze late tijd allemaal pseudoreizigers geworden, toch was het opwindend om afgelegen oorden als de Falklandeilanden, Zuid-Georgië en het tropische Ascensión te verkennen. Maar Bouvet spande de kroon, niet zozeer de plek zelf, als wel de wirwar eromheen.
Het hoge noorden en het diepe zuiden hebben, wat landschap en geschiedenis betreft, veel gemeen. Wie gelooft dat het leven één lange landingspoging is op onbekende kusten, voelt zich ook onder het zuiderkruis beslist in zijn element.