De zee en de veerdienst naar het vasteland bepalen het levensritme van de familie Sander, die op een Duits Waddeneiland woont. Hanne heeft in haar eentje drie eigengereide kinderen grootgebracht, nadat haar man zowel de zeevaart als zijn gezin heeft verlaten. Al haar kinderen hebben een sterke band met de zee. Oudste zoon Ryckmer zegt na een heftige zeereis zijn baan als scheepsmaat op en dochter Eske zorgt voor oud-zeevaarders en weduwen in het verzorgingshuis. Eske vreest het toenemend aantal toeristen meer dan de zee, omdat zij de cultuur van het eiland tot folklore maken. De benjamin, Henrik, is juist blij met hen; zijn gestrandjutte kunst vindt gretig aftrek.
Het familiebestaan dreigt echter drastisch te veranderen wanneer een nauwelijks merkbaar briesje zich ontwikkelt tot een huiveringwekkende storm…