Karl Ove verhuist op 18-jarige leeftijd naar het hoge Noorden, waar hij aan de slag gaat als leraar. Niet dat hij geïnteresseerd is in een carrière in het onderwijs; hij wil vooral geld verdienen om zijn schrijversambities te bekostigen. Aanvankelijk heeft hij het naar zijn zin, hij vindt aansluiting in de lokale gemeenschap en schrijft wat korte verhalen.
Maar de lange, donkere winter begint hem parten te spelen, evenals zijn jeugd met een dominante vader, die een schaduw werpt over zijn leven. Zijn gemoed wordt steeds donkerder en hij begint te drinken. Tot overmaat van ramp voelt hij zich tegen beter weten in aangetrokken tot een 13-jarige leerlinge.
Maar de lange, donkere winter begint hem parten te spelen, evenals zijn jeugd met een dominante vader, die een schaduw werpt over zijn leven. Zijn gemoed wordt steeds donkerder en hij begint te drinken. Tot overmaat van ramp voelt hij zich tegen beter weten in aangetrokken tot een 13-jarige leerlinge.