Beer van Munster vertoeft na een mentale instorting in een resort in Brazilië om daar zijn dj-memoires te schrijven. Dan gooit de coronapandemie roet in het eten. Egocentrisch en zwartkijkend als hij is, ziet hij de pandemie als een straf voor zijn losbandige leven. Terwijl de reden van zijn bestaan steeds verder afbrokkelt, wordt hij gedwongen tot introspectie.
Beer heeft zich namelijk van jongs af aan een buitenstaander gevoeld. Om te ontsnappen aan zijn ontwrichte gezin ontpopt hij zich tot fantast en nachtdier. Alleen na zonsondergang kan hij in alle vrijheid verdwijnen in de sterrenhemel, waarin de wetten van het aardse niet gelden.
Terwijl zijn heroïneverslaafde zusje steeds verder aftakelt, zoekt Beer in het escapistische Amsterdamse nachtleven van de jaren tachtig naar liefde en bestaansrecht. Hij komt terecht onder de vleugels van de Kerk van Satan en wordt in al zijn preutsheid eigenaar van een sekstheater.
Nachtdier is een kolkende, zielstergende en humoristische roman die de lezer meevoert naar de nacht in al zijn glorie en duisternis.