Een oude man moet in het reine komen met wat hij in zijn leven verkeerd heeft gedaan.
Een jazztrompetist wacht op de dood. Hij kan nauwelijks meer lopen, kauwen, heeft hulp nodig bij bijna alles. Maar hij kan nog niet sterven, want er moet nog zo veel gedaan, zo veel meer hersteld worden. En er moet een antwoord komen op de grote vraag: was het de moeite waard, is hij goed genoeg geweest?
En het ergste: hij kan geen muziek meer maken. Wat hem rest zijn herinneringen aan de jazzclubs waar bij speelde, aan de schepen waarop hij de wereldzeeën bevoer, aan zijn jeugd in Arnhem tijdens de oorlog die alles ontregelde, aan de vrouwen in zijn leven, en aan zijn zoons. En wat moet hij met zijn verzorgster Agatha, die God weet waarvandaan komt en die met haar zware stem op alles een antwoord heeft? Weet zij meer dan hij?
Janneke Holwarda baseert zich in deze vertelling op het leven van jazztrompettist Willem Reinen (1930) die steeds meer van zijn vitaliteit moet inleveren maar die in het gevecht met de dood vooralsnog aan de winnende hand blijft.
Over de oorlogsjaren van Willem Reinen schreef Janneke Holwara eerder Kiendops oorlog waarover de pers schreef:
'Een aangrijpende vertelling, klein van opzet maar met een knap effect.' Leeuwarder Courant
'Indrukwekkend en dicht op de huid geschreven' Zin