Jan Siebelink heeft in Nachtschade zijn fascinatie voor de Franse literatuur uit het fin de siècle van de negentiende eeuw en het Hollands realisme tot een prachtig boek gesmeed. Gewapend met zwarte humor en een scherpe stijl laat hij de lezer dwalen in een wereld die ten prooi lijkt te zijn gevallen aan decadentie en verval.
De vijf verhalen in Nachtschade lijken zich af te spelen in een droom. Niet zelden wanen de hoofdpersonen zich gevangen in een nachtmerrie, gedreven door een instinctieve angst voor fysiek en moreel verval. Geobsedeerd door de ziektes en gebreken van anderen, zoals detwee leraren Frans in het verhaal ‘Het terras’, wier vriendschap bestaat uit zwelgen in hypochondrie en een neurotisch gevoelsleven. Hoogtepunt in de bundel is het veelgeprezen verhaal ‘Witte Chrysanten’, over de bloemenkweker die aan zijn passiviteit en godvruchtige nederigheid te gronde gaat, en de zoon die, doordrongen van wraaklust, voldoening put uit de macabere dood van de man die zijn vader op het laatst zo vernederde.
Bij verschijning in 1975 baarde Nachtschade veel opzien. Met dit scherpe, decadente en humoristische debuut onderscheidde Siebelink zich meteen als een van de eigenzinnigste auteurs van zijn tijd.