Schrijven over schilderijen, vindt Bernard Dewulf, is altijd onjuist en hopeloos. Schilderijen en tekeningen zijn doofstomme objecten. Dewulf wil dicht bij die stille voorwerpen komen, op verschillende manieren, als telkens herhaalde toenaderingspogingen, zowel in essays, beschouwingen en gesprekken als in reisverhalen. In Naderingen beschrijft Bernard Dewulf op zeer persoonlijke, maar altijd heldere wijze het werk van kunstenaars als Pierre Bonnard, Edouard Vuillard, Francis Picabia, Léon Spilliaert, James Ensor, Constant Permeke, Edward Hopper, Jean Fautrier, Nicolas de Staël, Roger Raveel, Raoul De Keyser, Marlene Dumas, Thierry De Cordier, Robert Devriendt, Ronny Delrue, Jan Van Oost, Jan Van Imschoot en Koen van den Broek. Het boek besluit met een essay over het grootste schilderij van alle: de zee. Bernard Dewulf (1960) is journalist en schrijver. Hij publiceerde eerder onder meer Waar de egel gaat, Blauwziek, Loerhoek en Bijlichtingen, zijn eerste boek over kunstenaars en hun kunst. Over Bijlichtingen: 'Dewulfs beschouwingen zijn een verademing.' - Vrij Nederland 'Als Dewulf zijn licht laat schijnen over schilderijen, glanst een benijdenswaardig naturel, mooi op zich, maar tegelijk vertederend dienstbaar aan het schilderwerk.' - Humo