Als het op natuur aankomt, is het geheugen beperkt: elke nieuwe generatie weet niet meer hoe anders, en vaak rijker, de natuur was ten tijde van de jeugd van hun ouders of grootouders. De kennis van de rijkdom van de natuur verdwijnt uit ons collectieve bewustzijn. Dit fenomeen staat bekend als het shifting baseline syndrome. Iedereen kent de dodo, maar wie weet er van de uitgestorven dunbekwulp en Tahiltistrandloper, van het bijna verdwenen tijgerstaartzeepaardje en de honderden andere verdwenen of bijna verdwenen soorten? Ook natuurbeschermers kijken zelden verder terug dan een jaar of veertig, simpelweg omdat er van voor die tijd weinig ‘officiële’ cijfers zijn.Natuurbeleid wordt gebaseerd op nulmetingen uit de jaren zeventig, en af en toe uit de jaren tachtig of negentig. Marc Argeloo doet al jaren onderzoek naar het shifting baseline syndrome en komt in zijn boek Natuuramnesie tot belangrijke en pijnlijke inzichten over hoe wij naar onze natuur kijken. Hij pleit voor een grotere rol van historisch en archeologisch onderzoek in de ecologie, waarin museumcollecties, archieven en archeologische resten ook met natuurgenezer worden bekeken. Bovendien zit veel kennis verstopt in de hoofden van oude mensen, en niet in onderzoeksgegevens. Natuuramnesie is een confronterend boek, maar het biedt bovenal een onmisbare bijdrage aan de nationale en internationale natuurbescherming.