Een baanbrekend, meeslepend verhaal over hoe Duitse bedrijven als BMW, Dr. Oetker, Porsche en Volkswagen zich verrijkten tijdens de Tweede Wereldoorlog en er na de oorlog nauwelijks sancties volgden.
In 1946 werd magnaat Günther Quandt gearresteerd wegens vermeende nazi-samenwerking. Quandt, patriarch van Duitslands meest iconische industriële imperium, een dynastie die tegenwoordig bmw bestuurt, beweerde dat hij door minister van Propaganda Goebbels was gedwongen zich bij de partij aan te sluiten. De rechtbanken spraken hem vrij. Maar Quandt loog en hij was niet de enige.
In dit baanbrekende werk onthult David de Jong het waargebeurde verhaal van de rijkste zakelijke dynastieën van Duitsland en hoe zij onnoemelijk veel geld en macht vergaarden door medeplichtig te zijn aan de wreedheden van het Derde Rijk. Deze magnaten namen Joodse bedrijven in beslag, kochten dwangarbeiders en voerden de wapenproductie op om Hitlers leger uit te rusten terwijl Europa brandde.
Het schokkendste van alles is dat door Amerika’s politieke opportunisme deze miljardairs na de oorlog weg konden komen met hun misdaden. Ze zijn sindsdien alleen maar rijker geworden, terwijl ze nauwelijks rekenschap afleggen van dit duistere verleden. Waarom zijn zij nog nooit ter verantwoording geroepen?