Een expeditie in de bergen van Tadzjikistan stuit op directe afstammelingen van de prehistorische Homo Neanderthalensis. Een mysterieus volk, en bepaald niet primitief... Hoog tussen de besneeuwde toppen van het Pamir-gebergte van Tadzjikistan vinden merkwaardige gebeurtenissen plaats: op raadselachtige wijze verdwijnen mensen. De dorpelingen schrijven deze vermissingen toe aan mysterieuze 'bergmannen'. Op zekere dag is ook de gerenommeerde archeoloog dr. Jerome Kellicut bezig met onderzoek ter plekke, spoorloos verdwenen. De jonge paleontologen dr. Susan Arnot en dr. 'Matt' Mattison ontvangen beiden een cryptisch bericht: professor Kellicut, hun mentor en grote voorbeeld, heeft in de bergen een opzienbarende ontdekking gedaan, maar als gevolg hiervan bevindt hij zich waarschijnlijk in levensgevaar. Spoorslags reizen Matt en Susan af naar de voormalige Sovjet Republiek en organiseren een expeditie de bergen in. En daar, als nietige schepsels in dit overweldigende landschap van bovenaardse schoonheid, komen zij tot een verbijsterend inzicht: hier leven wezens die volgens de wetenschap al duizenden jaren waren uitgestorven, directe afstammelingen van de prehistorische Homo Neanderthalensis. En ze tonen zich heel wat minder primitief, en op een hoger spiritueel niveau dan altijd door ons, Homo Sapiens, werd aangenomen...
