Met Negerhuttenweg schreef Joseph Zobel (1915) een roman die inmiddels klassiek te noemen is in de Franstalige Antilliaanse literatuur. Zijn eigen jeugd op Martinique stond model voor dit indringende en ontroerende relaas, waarin wij door de verwonderde ogen van het jongetje José getuige zijn van het harde bestaan van de arbeiders in het suikerriet. Hoewel zij, in tegenstelling tot hun grootouders, geen slaven meer zijn, heeft dat in hun feitelijke levensomstandigheden geen verandering gebracht. Alleen door je niet te onderwerpen aan het regime van de blanke kun je aan het slavenbestaan ontsnappen. Verbeten zet m'man Tine, José's grootmoeder, dan ook alles op alles om hem naar school te sturen: al zal zij zelf niet beter worden van haar gezwoeg, zij geeft hem tenminste de kans op een beter leven.