Haar vader, een zwarte Surinamer, had haar geleerd dat het verleden een eindeloos tijdschap is waarin feiten en invallen, geuren en woorden over elkaar schuiven als in een caleidoscoop.
Haar moeder stamt af van negerjoden met een vooroudergeschiedenis op Joden Savanne, een nederzetting van voor de inquisitie gevluchte sefarden.
Hannah is met haar familiegeschiedenis opgezadeld. Ze zou een punt achter het verleden willen zetten, licht door het leven reizen, maar ze is bang dat ze zonder herinneringen uit elkaar zal vallen.