Dat laatste dreigement van mijn stalker herinnerde me eraan dat ik niets meer was dan een ding om te bezitten. Door mijn vader. Door de Reapers. Door Archer D’Ath. Zelfs door Kody en Steele. Prinses Danvers. De ultieme prijs.
Ik was niets meer dan zijn vrouw.
De vrouw van Arcer D’Ath.
Ik haatte ze. Ze logen tegen me. Keer op keer. En ik wist dat alles wat ze zeiden, leugens waren en ik haatte mezelf dat ik het allemaal maar liet gebeuren. Dat ik geloofde in deze relaties die allemaal nep waren. Ik haatte het dat ik zo graag wilde dat het echt was.
Nep.
Het was allemaal nep.
Mijn stalker zal me niet laten gaan. Dat doen ze geen van allen. Archer en zijn jongens denken dat ze me bezitten. Mijn stalker wil me de zijne maken. En ik weet ook dat mijn nieuwe bondgenoten me gebruiken.
Maar dat is prima.
Want ik gebruik hen ook. Ik gebruik ze om terug te pakken wat van mij is.
Mijn leven.
Mijn vrijheid.
Mijn naam.
Madison Kate Danvers is van niemand.