In haar alom geprezen roman Ik heet Lucy Barton roddelen Lucy en haar moeder in het ziekenhuis, bij wijze van toenaderingspoging, over de mensen uit hun dorp: de Mooie Meisjes Nicely, de aardige aardrijkskundeleraar meneer Haley, de getraumatiseerde veteraan Charlie Macauley, arm neefje Abel Blaine. De onsentimentele, diepmenselijke stem van Lucy kleurde hun herinneringen weemoedig en troostend tegelijk. In Niets is onmogelijk resoneert deze stem opnieuw, een aantal jaren later, en worden de mensen uit Lucy’s verleden verder verkend en uitgediept. Van jong tot oud, van arm tot rijk, hele levens in al hun complexiteit worden voor heel even opgeroepen en schijnbaar terloops met elkaar verbonden in negen indringende verhalen.