1921
Françoise Frenkel, een jonge Poolse vrouw die bezield is door Franse literatuur, begint een boekhandel in Berlijn: La Maison du Livre. 1939 Het werken in Berlijn wordt haar onmogelijk gemaakt. Ze vlucht naar Parijs, om daar opnieuw een boekhandel te beginnen.
1943
Ze moet wederom op de vlucht. Via Parijs gaat ze naar respectievelijk Avignon en Vichy. Uiteindelijk trekt ze via Grenoble de Alpen in, naar Zwitserland. Onderweg houdt ze een dagboek bij, dat ze omwerkt tot een boek.
1945
Bij een kleine Zwitserse uitgeverij verschijnt Niets om het hoofd op neer te leggen. Het doet geen stof opwaaien, kort na de oorlog is er weinig behoefte aan dit soort verhalen.
2015
In Frankrijk wordt het boek herontdekt, en – met een voorwoord van Patrick Modiano – een groot succes. Niets om het hoofd op neer te leggen wordt inmiddels erkend als een verhaal met klassieke allure over een vrouw die door middel van haar liefde voor literatuur aan het noodlot weet te ontkomen.