De gescheiden Barbara van Eck is oneervol ontslagen als rechercheur en woont tijdelijk in het tiny house van een vriendin. Als Timmetje, haar teckel, plotseling overlijdt besluit ze dan maar kattenoppas te worden. Om te beginnen mag ze uitkijken naar drie weken oppassen in een seniorencomplex. Aanvankelijk lijken het een paar saaie weken te worden, maar dat verandert als de ene na de andere bewoner overlijdt. De politie gaat in alle gevallen uit van een natuurlijke dood. Intussen slinkt de wachtlijst voor een appartement in het complex en komt er nieuw bloed binnen: jonger, energieker en vermogender. Barbara’s rechercheursbloed kruipt waar het niet gaan kan, ze vertrouwt het niet en gaat op onderzoek uit.