Zoë en Noa ontmoeten elkaar op zomerkamp en al spoedig zijn ze de beste vriendinnen, ondanks het feit dat Noa een meisje is met het downsyndroom. De meisjes ontdekken al snel dat ieder kind zijn talenten heeft en dat we door mekaar te helpen onze angsten en onzekerheden kunnen overwinnen. Dit boek tracht de taboes te doorbreken die er bestaan rond het downsyndroom tussen kinderen en hun opvoeders.