Terwijl ik duizend kilometer verderop, in mijn geboorteplaats, nog steeds het uitschot van het woonwagenkamp ben. Kind van de plaatselijke hoer en oudere broer van drie kinderen die erop rekenen dat ik mijn kop erbij houd, zodat ik ze kan verlossen van het waardeloze leven waarin ik opgegroeide.
Deze twee kanten van mij komen nooit met elkaar in aanraking, tot één iemand een glimp van de ware ik opvangt.
Ik had nooit verwacht dat ik een klik zou hebben met iemand als zij of dat ik meer dan één nacht met haar zou willen.
Dit zou wel eens het echte werk kunnen zijn.
Alleen is zij, Dr. Kavanagh, mijn literatuurprofessor.
Als ik ooit iets begin met mijn docent en we worden betrapt, kan ik net zo goed mijn hele toekomst vaarwelzeggen, net als die van mijn familie en al helemaal die van haar.
Maar soms is de liefde het waard om alles op het spel te zetten. Of in ieder geval, dat kan het maar beter zijn, want dit is niet te stoppen