Rosie is kinderverzorgster en woont bij haar ouders in Amsterdam-Oost, een levendige Joodse buurt. Kaat studeert rechten en is lid van het Amsterdamse studentencorps. Wanneer de oorlog uitbreekt, moet Rosie een moeilijke keuze maken: blijft ze bij haar ouders of gaat ze de kinderen van opgepakte Joden helpen? Kaat komt in aanraking met een studentengroep die zich het Utrechts Kindercomité noemt. Daar leert ze Josephine kennen. Rosie, Kaat en Josephine raken betrokken bij het smokkelen van Joodse kinderen. Wat volgt is een lange, gevaarlijke weg die begint bij een crèche aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam.