Emilia wordt vanuit een leven dat geheel op orde lijkt door een ogenschijnlijk onbeduidend incident teruggeworpen op een bewust verdrongen episode uit haar nabije verleden. Ze wilde niet dat de sporen die het naliet haar geluk en haar liefde in de weg zouden zitten. Maar tot haar vertwijfeling lukt dat niet: iets in haar leven is onafgewerkt achtergebleven.
Zoals alle leed, komt het niet alleen. Emilia woont met haar gezin buitendijks en de dreiging van het stijgende water wordt steeds nijpender. Schermer laat ons van nabij getuige zijn van het levenspad van een veertigjarige vrouw, dat langzaam glibberig en gevaarlijk wordt.
Emilia is statisticus en tracht houvast te vinden in een gemiddeld leven, maar wat zij meemaakte ontsnapt aan de veilige stolp van de normaalverdeling.
Na Mensen in de zon overtuigt Schermer andermaal met een scherp en meedogenloos portret van een vrouw die zich vastdraait in goede bedoelingen en de onwil zich door een trauma in de luren te laten leggen.